overzicht boeken - vorig boek - volgend boek



bekijk de pagina's

Jacques Barozzio, Le nouveau Vignole, ou: règles des cinq ordres d'Architecture
Paris, Chereau, 1755
Bibliotheek Koninklijke Academie voor Schone Kunsten & Ontwerpwetenschappen

Giacomo Barozzi da Vignola (1507-1573) was één van Italië's grootste maniëristische architecten. Samen met Serlio en Palladio wordt hij verantwoordelijk geacht voor de verspreiding van de Italiaanse Renaissancestijl in West-Europa. Zijn belangrijkste architectonische verwezenlijkingen zijn de Villa Farnese (Caprarola) en de Jezuïtenkerk te Rome.

Als student schilderkunst kwam hij in contact met de traktaten van Vitruvius en na een reis naar Rome besloot hij zich definitief vast te bijten in zijn nieuwe passie: architectuur. Zijn traktaat over de vijf ordes in de architectuur werd voor het eerst in 1563 gepubliceerd en blijft zijn meest invloedrijke werk.

Impressie

De 'Vignole' is niet zomaar één van de vele modellenboeken voor architecten, het is een 'monument' op zich ! Op basis van opmetingen van klassieke monumenten heeft Vignola in zijn boek de 'ideale' proporties voor diverse onderdelen zoals kolommen, kapitelen en lijstwerk verzameld voor elk van de klassieke bouwstijlen (toscaans, dorische, ionische, corinthische, en de composiete stijl). Het boek werd onmiddellijk enorm populair, en sinds de eerste uitgave van deze 'Regole delle cinque ordine d'architettura' in 1563 door Jacopo da Vignola zelf, werd het misschien wel honderd maal heruitgegeven in diverse vormen, door diverse auteurs, in diverse talen en met diverse aanvullingen. De voorliggende versie, uitgegeven en uitgebreid door de verder weinig bekende graveur en goudsmid Paul Emile Babel (1720-1799) uit Parijs bevat 53 platen (waar de oorspronkelijke versie door Vignola er slechts 32 bevatte).

Tot 1950 was de studie van deze proporties een vast en uitgebreid onderdeel van elke kunstenaarsopleiding en die van 'bouwmeesters' in het bijzonder. In sommige academieopleidingen werd het tekenen en ontwerpen van deze architectuuronderdelen gedurende twee tot drie jaren getraind tot wanneer ze vast in de hand van de ontwerper lagen! Het voorgestelde handboek is daarom zeer waardevol en het draagt een bijzondere emotionele waarde voor iedereen die met de studie van de klassieke bouwkunst in zijn opeenvolgende stijlvormen sinds de renaissance begaan is.

André De Naeyer (docent monumentenzorg)