overzicht boeken - vorig boek - volgend boek



bekijk de pagina's

Praecentus-stemboek van het driekoningenlied Naer dertien droeve nachten (uit : Cantiones Natalitiae Quatuor, Quinque Et Plurium, Cum Vocum, Tum Instrumentorum)
Antwerpen, erven Phalesius, 1667
Bibliotheek Koninklijk Conservatorium

De wortels van de Cantiones Natalitiae liggen in Antwerpen waar de religieuze broederschappen van de kathedraal meerstemmige hymnen en kerstliederen zongen. Geleidelijk aan werd het kerstrepertoire prominenter en werd het Latijn steeds meer verdrongen door de volkstaal. Muzikaal evolueerden de liederen van eenvoudige homofone zettingen in renaissancetraditie naar meer barokke componenten, zoals solozang ('cantus praecentus') en basso continuo, afgewisseld met een reprise voor koor en toevoeging van solo-instrumenten.

De Cantiones Natalitiae leunden aan bij de volksdevotie en kenden daardoor een brede verspreiding. Enkele van die kerstliederen nestelden zich in het collectieve geheugen van het volk en werden tot in twintigste eeuw 'uit de volksmond' opgetekend. Klassiekers als Herders hij is geboren of Hoe leit dit kindeken worden nog tot vandaag gezongen. Met deze belangwekkende vondst heeft de conservatoriumbibliotheek van dit laatste lied de enige, tot nu toe verloren gewaande eerste druk in huis.
Het is voorlopig niet te achterhalen wanneer en hoe deze kostbare fragmenten in de bibliotheek verzeild zijn geraakt.

Impressie

Waar komt dit vandaan? Die vraag gaat door je hoofd als je op een kaart met kerst- en nieuwjaarswensen van het conservatorium een afbeelding ziet van een verloren gewaand 17e eeuws boek met Vlaamse kerstliederen. Tussen een hoop ongeklasseerde boeken vond de bibliothecaris een veertigtal losse bladen met Cantiones Natalitiae. Voor het overgrote deel unieke stukken, die nergens anders bewaard bleven. Cantiones Natalitiae zijn meerstemmige kerstliederen voor zang en orgel, geschreven in eenvoudige stijl die eerder aanleunde bij volksdevotie. Sommige melodieën waren zo populair, dat ze tot in de negentiende en twintigste eeuw als volkslied bleven verder leven.
Ze werden gecomponeerd door lokale Vlaamse organisten en kerkmusici zoals Joannes Berckelaers, Henricus Liberti, Oliverius le Fèvre en Philippus Van Steelant. Het hoeven niet allemaal Bachs en Beethovens te zijn. Ook in de muziekgeschiedenis is er plaats voor democratisering.

Piet Stryckers (assistent praktische harmonie)